top of page

Over het naschilderen van meesterwerken (1)

Dit is de eerste nieuwsbrief van 2024 en het is tevens de eerste in een kleine reeks nieuwsbrieven waarin ik eens aandacht wil besteden aan het fenomeen 'naschilderen van meesterwerken uit de figuratieve schilderkunst'.


Waarom andere kunstschilders dat doen en wat ze ermee hopen te bereiken kan ik natuurlijk louter veronderstellen, maar ik kan - zonder het al te technisch te maken - wel aangeven waarom ik het zelf met veel plezier doe, in de veronderstelling dat de lezers van mijn nieuwsbrieven daarin zijn geïnteresseerd.


Geen minutieuze kopieën
Gebakken ei, Tjalf Sparnaay (olieverf/doek,100x100cm)

Het naschilderen van een figuratief meesterwerk is voor mij NIET gericht op het maken van een exacte kopie.

Exacte kopieën maken is natuurlijk onbetwistbaar een voortreffelijke vaardigheid, denk maar aan de schilderijen van fotorealisten als bv. Tjalf Sparnaay, hiernaast.


Maar waar het oorspronkelijke hyperrealisme (jaren '60 en '70 vorige eeuw) de werkelijkheid zo realistisch en neutraal mogelijk weergaf, is bij Sparnaay de zo hyper-exact mogelijk gekopieerde foto precies het doel, dat doorgaans gepaard gaat met het sterk

uitvergroten van proporties en versterken van kleurintensiteit.

Dat alles is gericht op enkele doelbewuste effecten: imponeren, verrassen, vervreemden.


Analyse van gemaakte keuzes

Zelf beschouw ik het naschilderen van meesterwerken als 'studies' voor eigen gebruik. Je maakt dan met een populaire term, 'mastercopies' (waarbij 'master' natuurlijk slaat op het voorbeeld, niet op de kopie).


Van regelmatig naschilderen steek je in technische zin altijd veel op. Het dwingt je om goed te analyseren hoe de schilder te werk is gegaan, of hij wel of geen onderschildering heeft gebruikt, of hij in transparante lagen heeft geschilderd (geglaceerd) of vooral 'alla prima', dwz. in één sessie, nat-in-nat. Je bestudeert hoe hij zijn penseelstreken heeft geplaatst, welk palet hij gebruikt, hoe hij omgaat met toonwaarden, dwz. licht- en donkercontrasten.


Hoe dieper je doordringt in de opbouw van het werk, hoe meer oog je gaat krijgen voor de meesterlijke samenhang. Je gaat zien hoe de maker alle schilderkunstige toepassingen weet te construeren tot een hechte, overtuigende compositie die de blik door de voorstelling leidt. Op die manier verkrijg je inzicht in de keuzes waar de schilder voor heeft gestaan. Dit kan je duidelijkheid verschaffen in de afwegingen voor de keuzes waar je voor komt te staan in je eigen werken.


Voorbeelden

In deze en de komende nieuwsbrieven bespreek ik een aantal studies die ik in de afgelopen jaren heb gemaakt, waarbij ik telkens stilsta bij de aanleiding, de werkwijze en het resultaat. Ik begin bij de oudste die ik kon vinden, daarna is de volgorde willekeurig.


Zelfportret met cirkels, Rembrandt van Rijn

Aanleiding

Eén van de eerste keren dat ik mij waagde aan een kleine studie van een meesterwerk, vele jaren geleden) betrof het zelfportret met twee cirkels van Rembrandt (geschilderd tussen 1665-1669, olieverf op linnen, 116,3x97,2 cm, Kenwood House, Londen).


Ik stuitte bij toeval op een afbeelding van dit aangrijpende portret en raakte ontroerd door de ogen van de meester die me recht aankeken met de vermoeide en berustende blik van een oude man die veel had meegemaakt, gecombineerd met de rustige zelfverzekerdheid van de vakman die het schilderen volkomen beheerst. Dit alles versterkt door het sobere gebruik van de warme aardkleuren en de trefzekere penseelstreken die als vanzelf leken te zijn ontstaan - behalve de stoere pasteuze lichtstreken in de muts. Wat een hartverwarmend schilderij.


Werkwijze

In een onstuitbare impuls graaide ik wat verfspullen bij elkaar -  ik had alleen mijn aquarelverf bij de hand - en liet me leiden door wat ik zag, snel een paar potloodlijntjes plaatsend, snel kleuren mengend, snel penselend, veel te gejaagd, alsof ik bang was dat hij ondertussen weg zou lopen, of juister wellicht, dat ik het gevoel zou kwijtraken dat mij aandreef.


Resultaat

Het was een betoverende ervaring om zo te werk te gaan. Meer dan een wat oppervlakkige aardige schets werd het niet, maar het voelde gek genoeg op de een of andere manier alsof ik heel even een heel klein beetje dichtbij Rembrandt had kunnen komen.




Madame X wordt Madame M

Aanleiding

Dit gaat over de eerste keer dat ik mij waagde aan een grotere studie van een ander meesterwerk, in 2019.


Een van de schilders die ik grotelijks bewonder is John Singer Sargent. Hij leefde van 1856 tot 1925 en was in zijn tijd, ook aangeduid als het 'Belle Époque', een van de meest gevraagde portretschilders van de high society. Over Sargent raak ik waarschijnlijk nooit uitgepraat, maar als ik me beperkt tot één van de eerste dingen die mij bijzonder aanspraken in zijn werk, waren dat de portretten 'ten voeten uit'.


Een schilderij dat mij enorm aansprak was het beruchte en beroemde, meesterlijk geschilderde portret van Madame X (Madame Gautreau) door John Singer Sargent, ten voeten uit geschilderd in 1884. (Waarom dit een geruchtmakend schilderij was, leest u hier: https://en.wikipedia.org/wiki/Portrait_of_Madame_X)


Het portret riep bij mij de onbedwingbare behoefte op om zelf ook eens een portret ten voeten uit te schilderen. Toen ik vaker begon samen te werken met Marjolein Fontijn als model, ontstond het uitdagende idee om Madame X niet te kopiëren, maar als uitgangspunt te nemen voor een eigen bewerking in de vorm van een portret van Marjolein als Madame M in de pose van Madame X.


Werkwijze

Een jurk als die van Madame X was natuurlijk niet voorhanden en werd vervangen door een donkerblauw fluwelen jurk van Madame M, in beide gevallen met blote schouders en armen. De raar gedraaide arm van Madame X bleek in pose tamelijk lastig vol te houden en werd enigszins aangepast. Voor de de juiste hoogte en ronding van het tafeltje heeft een rond kampeertafeltje model gestaan.


Deze werkwijze maakte het mogelijk om op verschillende fronten te leren en ervaring op te doen: het was een naschilderoefening waarbij ik de achtergrond, de pose en attributen kon ik naschilderen van Sargent's werk. Het was een oefening in het schilderen naar levend model, het schilderen van de stofuitdrukking van de donkerblauw fluwelen jurk. En het was een uitdaging om het voorbeeld, dat op een ruimer formaat was geschilderd (235x110 cm), passend te schilderen in een kleiner formaat (130x60 cm).

Resultaat

Achteraf gezien besef ik dat ik dit project min of meer als een soort Pippi Langkous heb aangepakt: "ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan". Met lef, zal ik maar zeggen, en nu ik wat jaren verder ben denk ik dat ik het nu anders zou aanpakken. Maar over het geheel genomen ben ik niet ontevreden over wat voor mij voelde als een soort meesterproef.





Ena Wertheimer

Aanleiding

Een ander schilderij van Sargent waar ik helemaal weg van ben is het portret van Ena Wertheimer, een van de dochters van de Britse kunsthandelaar Asher Wertheimer. Hij schilderde het in 1905 en gaf het de veelzeggende titel 'A Vele Gonfie', wat Italiaans is voor 'Met Volle Zeilen'.


De flamboyante, joviale pose van Ena, waarin zij de zwartglanzende mantel over haar schouder werpt, terwijl zij een voor die tijd mannelijk ogende gepluimde hoed draagt, is zo levendig weergegeven dat je bijna haar volle altstem kunt horen. Ook de mantel is een kledingstuk dat alleen gedragen werd door de uitsluitend mannelijke leden van de Britse Orde van de Kouseband.


En dan het clair-obscur: uit de zwier waarmee de gestalte oplicht uit de donkere achtergrond, met haar tanden ontbloot in een gulle lach, hoor je de echo's klinken van de door Sargent zo bewonderde en grondig bestudeerde Frans Hals, Rembrandt en van Vélasquez. Dit portret wilde ik beter leren kennen.


Werkwijze

Voor deze studie, die tegelijkertijd ook werd geschilderd door een van mijn privéleerlingen, heb ik mij beperkt tot het hoofd en de hand. Als ondergrond gebruikte ik een restje portretlinnen.


Ik kan je verzekeren dat het aardig wat sessies heeft gekost voordat ik het gevoel had enigszins te hebben begrepen hoe Sargent te werk moet zijn gegaan.

Onderdelen die bijzonder veel aandacht vroegen waren de ogen, nauwelijks zichtbaar in de gegeven lichtomstandigheden, de lachende mond (wat doe je dat snel te hard en te grof!), de pluim op de hoed (beginnen met de schaduwdelen, de lichte het laatst schilderen!) en de handschoen (die glimmertjes met telkens één penselstrekje in één keer raak - en anders: weghalen en opnieuw. Dit gold ook voor de glimmertjes op de mantel..


Resultaat

Wat ik in mijn studie mis is de zachtheid die Sargent in het portret weet te leggen. Ik zie daar nog steeds tamelijk geforceerde 'edges', dwz. grenslijnen tussen lichte en donkerdere vlakken bij de mond, Ena's rechteroog en wang en in het haar.

De pose zelf vind ik niet onaardig getroffen, maar ik moet hem nog eens op ware grote overdoen. Het originele formaat van het doek is 192,5x137 centimeter. Mijn studie is ca. 45x30 cm, dat scheelt nogal wat.







Volgende keer: het portret van Coventry Patmore en anderen.

123 weergaven
bottom of page