Vandaag legde ik de laatste hand aan een van de uitdagendste opdrachten uit mijn portretschilderscarrière: een groepsportret ten voeten uit van vijf onderling bevriende advocaten.
Het begon al met een uitgelaten poseersessie in mijn atelier. Ik had de dame en heren juristen gevraagd hun toga's mee te nemen om te zien of daar een interessante pose mee te creëren viel. Nou, dat werd een dolle boel met veel gekke poses en slappe lach. Maar toen ze ineens alle vijf met de armen over elkaar stonden, zag ik het schilderij voor me. Die uitstraling van 'kom maar op', de zwarte massa van die geplooide en kreukelige toga's met rijen knoopjes, en dan de stijfjes omlaag hangende witte beffen en onderaan de spijkerbroeken en sportschoenen: dressed to impress, daar kreeg ik zin in!
De eerste grove opzet stond op de ezel tijdens de open atelierroute op 15 en 16 april 2023. Het doek werd druk en aandachtig bekeken. De reacties waren bijzonder positief en er was veel hilariteit over de sportieve schoenen onder die deftige toga's.
Na deze opzet moesten nog veel vragen opgelost worden. Bijvoorbeeld: hoe wordt de achtergrond? Voeg ik attributen toe? Kan ik de onderlinge vriendschapsband op een of andere subtiele manier zichtbaar maken? Hoe werk ik de toga's uit? Kan ik het contrast tussen de 'wereld van het recht' en de 'gewone wereld' wat meer tot uitdrukking brengen? Dat kostte veel tijd om na te denken, studies te maken, uit te proberen, ongedaan te maken en weer opnieuw te proberen. En intussen werkte ik een voor een de gezichten uit.
Door een roestbruine achtergrond over de volle breedte aan te brengen ontstond een band van donkere toonwaarden die een visuele verbinding tussen de figuren schiep. Zou het ook een idee zijn om een klassieke sfeer op te roepen door een achtergond met boogmotieven?
Die bogen stelden me teleur: het werd te bedacht, te stijfjes. Van de weeromstuit pakte ik mijn paletmessen en begon de kleuren die ik had gebruikt in de toga's (Van Dyck bruin, kobaltblauw en titaanwit) te mengen met gele oker. Zo willekeurig mogelijk bracht ik de tinten aan om de figuren heen. De beweeglijkheid die zo ontstond sprak mij aan. Door de hoofden wat ruimer uit te sparen bleef daar een randje van het onderliggende blauw omheen staan. Dat riep een lichte associatie op met Byzantijnse fresco's; voorlopig liet ik de blauwe contourlijntjes staan.
Uiteindelijk deed het contourtje me toch teveel aan een stripverhaal denken en ik werkte het er weer uit. Nu volgde de eindfase waarin de toga's en beffen, en de broeken en schoenen met een zo los mogelijke toets werden uitgewerkt en de gezichten op een consequent uitwerkingsniveau werden gebracht. Mijn bewondering voor de oude meesters met hun groepsportretten is tijdens deze opdracht enorm gestegen!
En zo werd het dit schilderij:
Коментарі